Dit systeem met slimme achteruitrijsensoren reageert op de omgeving. Via een ingebouwde microfoon meet dit apparaat voortdurend het omgevingsgeluid. Een ingebouwde microprocessor past het volume van het waarschuwingssignaal automatisch aan, zodat het steeds circa 5 dB boven het gemeten niveau ligt. Op die manier wordt gegarandeerd dat het waarschuwingsgeluid steeds luid genoeg is om gehoord te worden door alle personen in de gevarenzone. Tegelijk voorkomt dit dat het waarschuwingsgeluid te storend is, vooral in een stille omgeving.