Nog te vaak wordt er bij de aanschaf van een nieuwe hef- of magazijntruck gelet op de kostprijs. Het wordt ook wel de ‘ijsberg-theorie’ genoemd: alleen de top (lees: aanschafwaarde van de truck) is zichtbaar, maar het grootste gedeelte van de ijsberg (lees: TCO) blijft onder water.
Oké, de investeringswaarde speelt inderdaad – en terecht – een belangrijke rol. Het gaat, zeker bij grotere vloten, immers om veel geld. Maar op de totale levensduurkosten van een truck is die aanschafwaarde slechts een fractie.
Het overgrote deel van de ijsberg bestaat uit personeelskosten. De heftruckchauffeur neemt ongeveer 80 procent van de totale levensduurkosten van de truck voor zijn rekening. Wie de kosten van de vloot wil minimaliseren, slaat dan ook een grote slag door chauffeurs zo efficiënt mogelijk te laten werken.
Die winst zit soms al in kleine zaken, zoals het elimineren van onnodige handling en het minimaliseren van het aantal keren dat de chauffeur op en van de truck moet stappen. Grotere winsten worden geboekt door logistieke processen verder te optimaliseren, of misschien wel extra shifts in te voeren. Zolang de stilstand van de truck tot een minimum beperkt blijft, zullen de totale levensduurkosten van de truck dalen. In datzelfde licht verdienen ook service en onderdelenvoorziening aandacht. Een betrouwbare truck met een minstens zo betrouwbare servicedienst reduceren de totale levensduurkosten.
Ook tijdens de dagelijkse inzet verdient betrouwbaarheid zich terug. Onafhankelijke testen bewijzen al jaren dat een betrouwbare truck met een voorspelbaar rijgedrag de efficiency vergroot, en dus de kosten beperkt. Diezelfde testen tonen bovendien aan dat er vaak nog veel winst te behalen is als het aankomt op energieverbruik.
Simpelweg, door de settings van de truck te optimaliseren en de rijstijl aan te passen. Snel accelereren en hard rijden kost immers veel meer energie en dus ook veel meer geld dan een rustige, beheerste rijstijl. En het mooie is, dat die beheerste rijstijl niet ten koste gaat van de productiviteit. De winst van een hogere snelheid valt immers weg tegen de noodzaak om te remmen en opnieuw te accelereren.
Een beheerste rijstijl, waarbij alles in één keer goed gaat en er dus geen correcties nodig zijn, levert onder de streep vaak zelfs een hogere productiviteit. Ook dát is pure winst, want tijd blijft geld.